In de tekst komen nogal wat termen,
begrippen en organisaties voor die niet iedereen meteen
zal kennen. Geef van de volgende
begrippen een verduidelijkende omschrijving. Die omschrijving moet ook voor niet-ingewijden duidelijk
zijn.
|
Alinea
|
Term/Begrip
|
Omschrijving
|
|
1
|
bindend studieadvies
|
Iets wat je kan dwingen
te stoppen met je studie als je te slecht bezig bent.
|
|
|
bachelor
|
Wat je na 4 jaar hbo of
3 jaar universiteit krijgt.
|
|
|
master
|
Wat je na nog een paar
jaar hbo of universiteit krijgt.
|
|
|
selectie aan de poort
|
De testen die je soms
moet maken om een opleiding te volgen.
|
|
|
basisbeurs
|
Maandelijks geld wat je
kreeg van de regering om te studeren.
|
|
|
studievoorschot
|
Een lening uitgeleend
door de overheid om je studie te betalen.
|
|
2
|
stage
|
Wanneer iemand ergens
gratis werkt om ervaring op te doen.
|
|
|
bestuursfunctie
|
Een functie in het
bestuur van bijvoorbeeld een studentenvereniging.
|
|
3
|
langstudeerders
|
Mensen die langer dan
de gebruikelijke tijd studeren.
|
|
7
|
LSVb
|
Landelijke vakbond voor
studenten, kom en op voor studenten.
|
|
8
|
flexstuderen
|
Flexible studeren.
|
|
9
|
voltijd
|
Bijna de hele dag, vijf
dagen per week.
|
|
|
modulaire opzet
|
Een system waarbij
onderdelen tussen modellen uitgewisseld kunnen worden.
|
|
15
|
leerrechtensysteem
|
Systeem waarbij de
overheid bonnen uitdeelt die
ingewisseld kunnen worden voor hoger onderwijs.
|
Vul in het schema de betekenis in van de volgende woorden.
|
Alinea
|
Woord(en)
|
Betekenis
|
|
1
|
knip
|
Scheiding
|
|
2
|
columniste
|
Vrouwelijk iemand die columns
schrijft
|
|
3
|
per saldo
|
Per eenheid van geld
|
|
8
|
naar rato van
|
Afhankelijk van
|
|
11
|
uitvalcijfers
|
Het aantal studenten
dat hun studie niet afmaakt
|
|
12
|
innovatie
|
Nieuwe dingen invoeren
|
|
|
bureaucratisch
|
Met veel paierwerk en
regels gemoeid
|
|
14
|
rendementseisen
|
Dingen waaraan de
opleidingsinstelling moet voldoen om geld van de overheid te krijgen.
|
In de tekst komen verschillende onderwijssystemen ter sprake.
Noteer voor elk systeem,
zo mogelijk, de kenmerken. In de lege rij kun je een eigen onderscheidend kenmerk
invullen.
|
A Het huidige systeem van universiteit en hogeschool
|
|
|
Voor wie toegankelijk?
|
Iedereen.
|
|
Lengte van de studie?
|
3-5 jaar.
|
|
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
|
Je kiest je opleiding
en de richting daarin en je keuzevakken.
|
|
Waar kun je studeren?
|
Bij elke
onderwijsinstelling met een vergunning.
|
|
Wie betaalt?
|
De student betaalt
alles, maar kan een groot deel lenen met weinig rente.
|
|
B De Open Universiteit
|
|
|
Voor wie toegankelijk?
|
Iedereen.
|
|
Lengte van de studie?
|
Zo lang je wil.
|
|
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
|
Je kiest een opleiding
en de richting daarin.
|
|
Waar kun je studeren?
|
Overal met internetverbinding.
|
|
Wie betaalt?
|
De student betaalt
alles, maar kan een groot deel lenen met weinig rente.
|
|
C Het plan Truijens
|
|
|
Voor wie toegankelijk?
|
Iedereen.
|
|
Lengte van de studie?
|
Zo lang je wil.
|
|
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
|
Je kiest je opleiding
en de richting daarin en je keuzevakken.
|
|
Waar kun je studeren?
|
Bij elke
onderwijsinstelling met een vergunning.
|
|
Wie betaalt?
|
De student betaalt voor
het onderwijs dat zij afnemen.
|
|
D Het plan van de LSVb
|
|
|
Voor wie toegankelijk?
|
Iedereen.
|
|
Lengte van de studie?
|
Bepalen de studenten zelf.
|
|
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
|
Je kiest je opleiding
en de richting daarin en je keuzevakken.
|
|
Waar kun je studeren?
|
Bij elke
onderwijsinstelling met een vergunning.
|
|
Wie betaalt?
|
De student betaalt
alles (deels met een lening) en krijgt geld terug, afhankelijk van het aantal
behaalde studiepunten.
|
|
E Het plan van Rutte
|
|
|
Voor wie toegankelijk?
|
Iedereen.
|
|
Lengte van de studie?
|
Zo lang je wil (en wil
betalen).
|
|
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn er?
|
Je kiest je opleiding
en de richting daarin en je keuzevakken.
|
|
Waar kun je studeren?
|
Zowel bij particuliere
als publieke instellingen.
|
|
Wie betaalt?
|
De overheid betaalt een
deel (dmv tegoedbonnen), de student betaalt de rest.
|
Boven de tekst in de krant
stond de volgende inleiding:

Beantwoord de
volgende vragen.
1
‘Snel studeren is niet voor iedereen geschikt.’
a
Voor wie niet?
Voor iedereen die iets extra’s wil doen naast zijn
of haar studie.
b
Waarom niet?
Omdat er dan zo veel druk ligt op het snel afstuderen ,
vanwege de kosten dat er geen tijd meer is voor deze activiteiten.
2
Flexibel studeren biedt de oplossing. Hoe?
Hierdoor kunnen
studenten zo lang doen over hun studie als ze willen, zonder dat het de
overheid of de onderwijsinstelling meer geld kost, het kost de student wel meer
geld.
3
‘Zonder extra kosten.’ Hoe kan dat?
Doordat de overheid de jou betaalt voor de studiepunten die je hebt behaald,
dus als je die behaalt, maar wel langer over je studie doet, kost het de
overheid of de onderwijsinstelling niet meer geld.
4
‘Waarom niet meteen
invoeren?’ Ja, waarom eigenlijk
niet?
De student heeft nu ook al veel keuzevrijheid.
Schrijf nu je samenvatting. Die moet geschreven zijn in goedlopende zinnen en je mag niet meer dan 250 woorden gebruiken. Let op je spelling en interpunctie.
Studenten
hebben weinig tijd om iets te doen naast hun studie, zoals een bestuursfunctie
bekleden of lid zijn van clubs. Dit komt doordat er veel druk op een student
ligt om zo snel mogelijk zijn of haar studie af te ronden, zodat de student
geen extra geld kost. Flexibel studeren kan hierop de oplossing zijn. Flexibel
studeren houdt in dat jij in eerste instantie voor je studie betaalt, maar voor
elk behaald studiepunt geeft de overheid je een deel van dit geld terug.
Hierdoor kan je zo lang doen over je studie als je wil, zonder dat het de
overheid geld kost. Het kost jou wel meer geld. Maar volgens Pieter Duisenberg
is er ook al veel keuzevrijheid in het huidige systeem.
Vul het schema verder
in.
|
Alinea
|
Bewering
|
Bijbehorende argumenten
|
Objectief / Subjectief
|
|
1
|
Studenten van nu hebben amper de tijd
om te wennen aan hun nieuwe leven.
|
1 Er is veel druk om
snel af te studeren.
|
Subjectief
|
|
2 De basisbeurs wordt
omgezet in een lening.
|
Objectief
|
||
|
‘Allemaal bedoeld om studenten maar zo snel mogelijk door hun studie heen te jagen.’
|
-
|
|
|
|
2
|
... is snel studeren lang
niet voor
iedereen geschikt;
|
Het wordt leerlingen die zich willen
onderscheiden moeilijk gemaakt.
|
Subjectief
|
|
3
|
En langstudeerders hoeven geen extra geld te kosten.
|
Als de verhouding
tussen wat de overheid betaalt en wat de student zelf bijdraagt hetzelfde
blijft, kost het geen extra geld.
|
Objectief
|
|
4
|
‘Die extra jaren zijn geen verloren jaren.’
|
Lanstudeerders zijn
beter voorbereid op de maatschappij dan de snelle rakkers.
|
Subjectief
|
|
5
|
‘In je studietijd moet
je gekke dingen
doen, ...’
|
Dat kweekt mensen met
een bredere visie, die later goede banen gaan bezetten en gaan functioneren
als leidinggevende.
|
Subjectief
|
|
7
|
‘Wij zijn helemaal voor.’
|
Je geeft studenten veel
meer keuzevrijheid als zij zelf kunnen bepalen welke vakken zij volgen en op
wat voor tempo zij dit doen.
|
Objectief
|
|
9
|
Natuurlijk moet je het flexstuderen niet
aan iedereen
opleggen.
|
Er zijn natuurlijk nog
talloze studenten die wel voltijd willen studeren.
|
Objectief
|
|
10
|
Erik Driessen is positief.
|
Met deze flexibele
financiering zouden we die achterstand snel kunnen inhalen.
|
Objectief
|
|
12
|
Het zou goed zijn als Nederlandse universiteiten meer met hun tijd
meegaan.
|
-
|
|
|
13
|
Het is inderdaad allemaal niet zo simpel.
|
De Wet op het Hoger
Onderwijs stelt aan universiteiten een aantal voorwaarden.
|
Objectief
|
|
14
|
Volgens Van Meenen
ligt het probleem bij de bekostiging.
|
Een deel van het geld
dat universiteiten en hogescholen krijgen is afhankelijk van het aantal
studenten dat afstudeert, dus: ‘Hoe sneller hoe beter, is hun belang.’
|
Objectief
|
|
16
|
‘Het idee voor een flexibel onderwijssysteem is dus niet nieuw.’
|
Het plan van Truijens
lijkt op dat van Mark Rutte en het plan van Alexander Rinnooy Kan.
|
Subjectief
|
|
17
|
... is het plan van Truijens volgens SP-Kamerlid Jasper van Dijk
‘vele malen verfrissender’ ...
|
Het huidige kabinet
ziet studeren als een kostenpost in plaats van een kans.
|
Objectief
|
In het schema staan dezelfde beweringen als in opdracht
7. Vul nu in of je het met die bewering eens of oneens
bent, en geef daar een of meer argumenten bij.
|
Alinea
|
Bewering
|
Eens / Oneens
|
Argument(en)
|
|
1
|
Studenten van nu hebben amper de tijd
om te wennen aan hun nieuwe leven.
|
Eens
|
Van middelbare
school-leerling naar student is een grote stap, die niet langzaam wordt
opgebouwd, maar in één keer moet worden genomen.
|
|
|
‘Allemaal bedoeld om studenten maar zo snel mogelijk door hun studie
heen te jagen.’
|
Eens
|
Dat lijkt het doel
ervan te zijn, ik zie geen andere reden om deze maatregelen te nemen.
|
|
2
|
... is snel studeren lang
niet voor iedereen geschikt;
|
Eens
|
Hierdoor wordt je
gepusht alleen te focussen op je studie en niet op andere dingen die sommige
mensen ook in hun studententijd willen doen.
|
|
3
|
En langstudeerders hoeven geen extra geld te kosten.
|
Oneens
|
Volgens deze plannen
kosten langstudeerders de overheid en de universiteit geen extra geld, maar
de student zelf wel.
|
|
4
|
‘Die extra jaren zijn geen verloren jaren.’
|
Eens
|
Elk jaar dat je lol
hebt en/of iets doet om later meer lol te hebben is niet verloren.
|
|
5
|
‘In je studietijd moet
je gekke dingen
doen, ...’
|
Eens
|
In je studietijd ben je
voor het eerst zelfstandig genoeg om gekke dingen te doen en je bent nog jong
genoeg en hebt nog niet te veel verantwoordelijkheden. Wanneer moet je het
anders doen?
|
|
7
|
‘Wij zijn helemaal voor.’
|
Eens
|
Zolang het de student
niet verplicht meer geld kost, zie ik geen nadelen.
|
|
9
|
Natuurlijk moet je het flexstuderen niet
aan iedereen
opleggen.
|
Eens
|
Sommige mensen vinden
het huidige systeem misschien fijner.
|
|
10
|
Erik Driessen is positief.
|
Eens
|
Dat lijkt hij wel te
zijn.
|
|
12
|
Het zou goed zijn als Nederlandse universiteiten meer met hun tijd
meegaan.
|
Oneens
|
Met de tijd mee gaan om
met de tijd mee te gaan is niet iets goeds, er moet eerst gekeken worden of
er iets te behalen valt.
|
|
13
|
Het is inderdaad allemaal niet zo simpel.
|
Eens
|
Er moeten veel regels
veranderd worden.
|
|
14
|
Volgens Van Meenen
ligt het probleem bij de bekostiging.
|
Eens
|
Daarin zal het meeste
moeten veranderen om het plan ten uitvoer te brengen.
|
|
16
|
‘Het idee voor
een flexibel onderwijssysteem is dus niet nieuw.’
|
Eens
|
Soortgelijke dingen
zijn al eerder geopperd.
|
|
17
|
... is het plan
van Truijens volgens SP-Kamerlid Jasper van Dijk
‘vele malen verfrissender’ ...
|
Eens
|
Dat de overheid deels
meebetaald is beter dan het huidige systeem waarin de overheid slechts geld
uitleent.
|
1
Wat zegt het ministerie over het plan van Truijens?
Het plan van deLSVb over het flexstuderen bevat interessante aspecten.
2
Wat heeft de verruiming van het collegegeldkrediet te maken met flexibel studeren?
Als je
meer geld mag lenen van de overheid, kan je daarmee dat extra jaar wat je
misschien wil, betalen.
3
Is het stimuleren van online onderwijs iets wat tegemoetkomt aan de ideeën van Truijens?
Nee, In het plan van Truijens wordt juist
gefocust op fysiek aanwezig zijn in de les.
4
Is ‘leven lang leren’ een onderdeel
van het plan Truijens?
Nee, Truijens focust niet op het leven lang leren.
Nee, Truijens focust niet op het leven lang leren.
5
In de laatste alinea is sprake van ‘modernisering’ en van het studievoorschot. Zou dat kunnen helpen om de plannen van Truijens
te realiseren?
Nee, want er is net een nieuw systeem
ingevoerd, het studievoorschot, dus dat veranderen ze vast niet weer zo snel.
In opdracht 3 heb je verschillende (al dan niet bestaande) onderwijsvormen op een rij gezet.
1
Welke van deze vormen is voor jou het aantrekkelijkst? Geef een korte motivatie bij je keus.
Het plan van de LSVb, want daarbij betaalt de overheid een groter deel van mijn studie en is er flexibiliteit mogelijk om bijvoorbeeld een jaar in het bestuur van een vereniging te gaan.
Het plan van de LSVb, want daarbij betaalt de overheid een groter deel van mijn studie en is er flexibiliteit mogelijk om bijvoorbeeld een jaar in het bestuur van een vereniging te gaan.
2
Welke van deze vormen is voor jou het meest
onwenselijk? Geef weer een korte motivatie.
De open universiteit, want daarbij moet ik een groot deel zelf betalen en
ik ben liever fysiek aanwezig bij lessen.
Veranderingen in het onderwijs
Het leenstelsel, de nieuwe manier om studeren mogelijk te maken, is een
feit nu het door de senaat goed is gekeurd. Dit betekent dat het oude stelsel,
waarbij iedere student een maandelijks bedrag van de regering kreeg om het
studeren en het studentenleven te financieren, vervangen wordt voor een
regeling waarbij studenten een bedrag kunnen lenen van de regering wat ze later
terug moeten betalen. Dit is slechts één voorbeeld van een hervorming in het
onderwijs, deze zijn nodig omdat, zoals ons zo vaak is gezegd door politici,
ons onderwijs niet goed genoeg is. Dus wat kunnen we verder nog veranderen, en
daarmee hopelijk verbeteren?
Studievoorschot
Om te beginnen is het natuurlijk maar de vraag of het studievoorschot een
goed idee is. Het studievoorschot is geïntroduceerd om meer geld vrij te maken
voor verbetering van het onderwijs, maar veel mensen zeggen dat dit niet
opweegt tegen de nadelen. Het grootste nadeel van de nieuwe regeling is
namelijk dat dit studenten veel geld gaat kosten, studeren wordt namelijk
ongeveer twee keer zo duur. Nu gebied de eerlijkheid mij te zeggen dat dit niet
geldt voor studenten met ouders met de laagste inkomens, deze krijgen namelijk
nog steeds een beurs van de regering, maar als de ouders net te veel verdienen
om onder deze regeling te vallen of als ouders niet mee willen betalen met de
studie, kost het de student veel geld.
Moderne media in
lessen
Er is ook een verbeterpunt op het gebied van het gebruik van moderne media
in lessen. Sommige leraren willen op het moment namelijk zo veel mogelijk
mobieltjes, het internet etc. betrekken in hun lessen, maar er moet eerst
gekeken worden of dit iets bijdraagt aan de les. Mobieltjes zorgen namelijk
vaak alleen maar voor afleiding, al helemaal als deze ‘legaal’ gebruikt mogen
worden. Filmpjes voegen soms niets toe aan de les, omdat de leraar dit ook al
heeft uitgelegd of uitlegt na het filmpje.
Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat het gebruik van moderne media in
de les vermeden moet worden, het kan vaak een nuttige en handige bijdrage aan
de les vormen. Mijn aardrijkskunde leraar gebruikt bijvoorbeeld een
quizprogramma waarbij iedereen individueel de vragen kan beantwoorden op hun
mobieltje en dit gaat erg goed en veel sneller dan een normale, schriftelijke,
diagnostische toets. Filmpjes kunnen uiteraard ook nuttig zijn als zij een
goede illustratie geven, die niet uit te drukken is in een stil beeld,
gepresenteerd door de leraar zelf.
Moderne media in het
schoolsysteem
Moderne media in het schoolsysteem buiten de lessen is een heel ander
verhaal, dit moet namelijk zo veel mogelijk vermeden worden. Scholen lijken een
vreemde neiging te hebben zo veel mogelijk te willen moderniseren en de
nieuwste technologie te willen gebruiken, zonder dat hierbij gekeken wordt of
dit wel iets toevoegt.
Zo heeft mijn school bijvoorbeeld sinds kort ‘SOMtoday’, een programma
waarin je je cijfers kan bekijken, je rooster, inclusief roosterwijzigingen, je
huiswerk en vast nog een paar andere dingen waarvan ik het niet eens weet. Het
is op zich een best handig programma, je kan namelijk veel gegevens vanaf je
computer thuis op één plek vinden, maar dit is geen optie meer, maar een
plicht. Verscheidene leerkrachten zeggen namelijk regelmatig ‘het huiswerk
staat op SOM’ en dingen als ‘dat had je toch echt in mijn mailtje kunnen lezen’.
Dit zorgt ervoor dat iemand zoals ik, met een relatief slechte smartphone, waar
ik niet mee op SOM kan, soms niet kan weten dat ik boeken mee had moeten nemen
naar huis voor huiswerk. Ook kijk ik niet iedere dag op mijn mailadres en krijg
ik daar zo veel mailtjes op binnen, dat de belangrijke van school er soms
tussendoor schieten. Wat is er mis met een brief aan je leerlingen geven?
Een ander voorbeeld: wij hebben op school smartboards. Smartboards zijn een
soort reuzetablets die op de plaats van het schoolbord hangen. Een beamer
projecteert hier een beeld van een computer of een tablet, wat door vrijwel
alle leraren naar hartenlust gebruikt wordt. Maar wat veel leraren vergeten:
het heeft een soort touchscreen waarop je met een speciale pen de cursor kan
besturen, de laatste keer dat ik een leraar dit zag gebruiken was in de tweede,
inmiddels zijn we drie jaar verder. Of eigenlijk vergeten leraren dit niet,
want zij weten dat je ABSOLUUT NIET op het middelste bord mag schrijven met een
stift. Mijn punt hier is dat het smartboard gedeelte extra geld kostte en
eigenlijk nog meer in de weg zit dan dat het nuttig is.
Er zijn dus veel dingen die nog aan het onderwijs verbeterd kunnen worden
en dat kan vaak enorm goed uitpakken, zoals je al dan niet gewijzigde rooster
van thuis kunnen bekijken. Maar er gebeurt genoeg in het kader van verbetering
zonder dat er nagedacht wordt over het nut hiervan. Verandering is niet per se
verbetering.